Als schrijvend mens, of je nou kind, jongere of volwassene bent, je bent soms moeilijk te bereiken, is mijn ervaring. Je trekt je misschien juist terug door te schrijven. Je schrijft om te reflecteren, om te dealen met ‘het leven’, om dingen te verwerken, om te onderzoeken, te experimenteren, te oefenen (bv. dialogen schrijven om een gesprek te oefenen waar je tegenop ziet), om te spelen, omdat je intellectueel te weinig worden uitgedaagd op school, etc.
Er zijn heel veel redenen. Voor creatief schrijven geldt, net als bij dagboek schrijven: het is zo fijn dat het niet fout kan zijn. In een verhaal of gedicht is alles geoorloofd, alles mogelijk. Ik vind dat een bevrijdende gedachte. Je mag als schrijver vloeken en tieren, fictief dingen kapot maken, de wereld redden, andere werelden en wezens creëren en gewoonten ter discussie stellen. Jouw personages durven dingen die jij in het echte leven niet durft.
Wat je schrijft hoeft niet af, zoals alles tegenwoordig af moet. Afmaken kan ook kapotmaken betekenen. Het gaat veelal om het proces. Er een doel of verwachting aan hangen kan het proces verstoren. Tegelijkertijd is het natuurlijk super tof om iets van jezelf voor te lezen, te horen wat een ander heeft geschreven en om het zichtbaar te maken op papier. Dus een drukker als vader of een enthousiaste juf die jouw gedicht ophangt in de lerarenkamer kan heel fijn zijn.
Online delen kan ook. Dat kan natuurlijk op social media, onder je eigen naam of een pseudoniem (een verzonnen naam). Maar er zijn ook verschillende platformen waar mensen hun schrijfsels delen, waar ze op elkaar reageren en elkaar feedback geven of feedback krijgen van een professional. Ik ben in de twaalf jaar dat ik dit werk doe weinig kinderen tegengekomen die aansluiting vonden in een schrijfclub. Dat heeft natuurlijk deels met mijn aanpak te maken en met de medeleerlingen, maar vooral met het feit dat je in een kleine groep vaak nét niet tot totaal niet vindt waar jij behoefte aan hebt.
Heb je een kind die graag schrijft, dan zou je (samen) kunnen onderzoeken of er een platform is waar hij/zij/die hun verhalen zou willen delen. Je zou kunnen kijken op schrijvenonline.nl en op ikwilschrijven.nl. Er zijn ook leuke boeken over schrijven, zoals ‘Hoe ik per ongeluk een boek schreef’ van Annet Huizing. Leuk als cadeau!
De volgende vraag is volgens mij allereerst: Wat wil je kind zelf? Waar heeft je kind behoefte aan?
Daar kan ze waarschijnlijk geen (bevredigend) antwoord op geven. Ze doen het gewoon. De behoefte om te schrijven is niet zomaar onder woorden te brengen, die zit voorbij de taal van de logica. Je kunt kijken wat er gebeurt als ze de vraag als uitgangspunt neemt voor een verhaal of gedicht. Of in een brief verwerkt. Een brief aan jou als moeder, aan haar 10 jaar oudere ik, aan een vriendin, aan een overleden familielid, aan haar pen, aan het papier. Misschien komt er antwoord, zoals in de verhalen van Toon Tellegen. Misschien niet.
En ook: welke behoefte zit er eigenlijk onder jouw vraag? Daarvoor kan je dezelfde opdracht gebruiken voor jezelf.
Schrijven is veel en weinig tegelijk. Meer hoeft het ook niet te worden. Soms wil het er gewoon ‘zijn’. Niets meer, niets minder.
Mocht je nog vragen of feedback hebben, laat het me weten.
Wil je als (groot)ouder, buurman/vrouw, leerkracht of docent zelf ervaren wat schrijven je kan bieden?
Wees welkom bij het Schrijfcafé op de 3e woensdag van (bijna) elke maand in Bibliotheek Schiedam.